Wie in de bijstand zit, moet weer aan het werk, deelnemen aan de samenleving of de Nederlandse taal leren. We willen dat werkend Nederland bloeit als nooit tevoren. Daarom is het belangrijk dat zoveel mogelijk mensen gaan werken. Zeker nieuwkomers. Want integratie betekent: werken en de taal leren.
We hebben een grote stap gezet om dit mogelijk te maken. Ons wetsvoorstel, dat ervoor zorgt dat mensen met een bijstandsuitkering sneller aan het werk gaan of op een andere manier actief meedoen, is aangenomen. Ook blijft het verplicht om de Nederlandse taal te leren. Dat is nu definitief behouden.
Dit betekent:
- Het doel is dat mensen zo snel mogelijk weer gaan werken of op een andere manier bijdragen.
- Op ruim twintig punten wordt de bijstand eenvoudiger en meer op werk gericht. Hierdoor zijn mensen in een uitkering beter in staat werk te vinden en kunnen ze hierbij beter geholpen worden.
- Een beetje bijverdienen loont meer naast de uitkering. Zo wordt het aantrekkelijker en makkelijker om de eerste stap naar werk te zetten.
- De taaleis in de bijstand blijft bestaan. Wie de Nederlandse taal niet spreekt én weigert deze te leren, moet gekort worden op de uitkering. Want zonder taal geen toegang tot werk.
- De bijstand wordt eerlijker en eenvoudiger. Minder bureaucratie, meer ruimte voor mensen om vooruit te komen.
